Goedendag waarde Tomosrijders,
Bij deze het 2e oscilloscoop verhaal. Het is wat korter dan het eerste oscilloscoop verhaal, maar ik ga er van uit dat je het 1e verhaal gelezen hebt.
Nu ga ik in op het ontsteek-signaal wat uit de ISKRA dynamo komt.
Na vele maanden van af en toe (toch weer) rondkijken en snuffelen over hoe het ontsteek systeem werkt, doch weinig vond, ben ik aan het schrijven en tekenen gegaan. (Hoe het zou kunnen werken.) Doch het heeft lang geduurd voor ik er achter kwam dat er in 1 magneetblok (Waarvan er 4 in een vliegwiel zitten.) twee magneten met de zuidpool tegen elkaar aan zijn gecreëerd.
Middels zo`n magneetblok ontstaat er een wisselend magnetisch veld, c.q. wisselende spanning in een spoel. Dat komt omdat het eerste deel van dat magneetblok (De NZ magneet) langs de spoel komt, waardoor een opgaande inductie spanning ontstaat.
Als dan het tweede deel van het magneetblok ( De ZN magneet) zich voorlangs de spoel gaat bewegen, ontstaat er wederom een inductie spanning, maar nu de andere richting uit.
Heel duidelijk is dat te zien bij deze foto van de lichtspoelen.
Eerst loop de spanning op. En dan loop de spanning in dezelfde hoek weer naar beneden.
Dat je 4x dat verloop ziet komt omdat er 1 krukas omwenteling aan de orde was.
Een oscilloscoop foto van de ontsteekspoel ziet er heel anders uit. Daar hangt een totale elektronische schakeling achter en dat is bij de lichtspoelen niet zo.
Zie hier de ontstekingspulsen.
En bij de ontsteekspoel komen toch echt dezelfde magneetblokken langs. Zoals je kan zien wordt wel de positieve puls geregistreerd, maar de negatieve puls is weg.
Wanneer je naar de hoogte kijkt, dan zie je dat vanuit de 0 lijn (aarde) de opgaande spanning 3,15 divisies hoog is. Als je dat vermenigvuldigd met de waarde van 1 divisie, zoals het links bovenaan gemeld staat (t.w. 20V) kom je aan 65V.
Wel, dat kon kloppen, gezien de meting met mijn universele meter.
Maar als je daar over nadenkt, dan kan in je opkomen: Hoe kan dat nou, hij meet wisselspanning, maar er is helemaal geen puls naar beneden ?
Wel, dat is simpel. Er wordt namelijk gemeten tussen de 0 lijn (aarde) en de spanningvoerende lijn. (De zwarte draad) En op die zwarte draad varieert de spanning van 0 volt naar + 50 volt. En dat is een wisselende spanning. Dat er geen spanning naar beneden loopt maakt voor de meting met de universeel meter niet uit.
In deze maak ik je er nog even op attent hoe het ging bij de spanningsmeting bij de lichtspoelen. Daar was een (+) spanning van 21V en een (-) spanning van 23V. Dat is toch een totaal spanning verschil van 44V. Maar de universeel meter gaf maar 15V wisselspanning aan. Wel, …. dat komt omdat het van belang is t.o.v. wat je meet.
En dat was t.o.v. het 0 punt. De aarde dus. En dan is de (top)spanning ± 22V. En als je dat meet met een universeel meter, dan wordt het 22 : √2 = 15V.
Maar nu weer over naar de ontstekingspoel.
Als ik nu het signaal uit de ontsteekspoel goed interpreteer, mag het oplopen tot het maximum. Maar op het moment dat de spanning naar beneden wil gaan, wordt het onmiddellijk afgekapt.
Maar die negatieve puls wordt echt wel door de ontsteekspoel gecreëerd,
Welnu, nu hebben we een probleem. We weten niet welke elektronische schakeling in de bobine zit. We kunnen er slechts naar raden. Vanzelfsprekend heb ik er naar gezocht, maar tot op heden heb ik het niet kunnen vinden. Het is kennelijk fabrieksgeheim.
Het maakt verder niet uit, want in de praktijk werkt de schakeling prima. Maar ….. het heeft een paar geheimen in zich. [Zoals: Er ontstaan 4 pulsen in een omwenteling, doch er worden er maar twee gebruikt. (De bougie vonkt 2x in een krukas omwenteling.) En … hoe komt het dat de oplopende spanningspuls, steeds pas bij de nullijn begint.]
Maar goed, we hebben in ieder geval nu een beeld van het signaal wat de cdi\bobine ingaat. En daar ben ik blij mee.
Verder was mijn idee er een tekeningetje van\over te maken. Doch na wat getekend te hebben en verder gezocht te hebben hoe de sinuspuls afgeschakeld moet worden, heb ik er vanaf gezien. Dat gaat, voor het moment, te lang duren.
Doch, zo ver ik het kan interpreteren wordt met die opgaande lijn (spanning) een condensator geladen. En tevens moet daar een voedingsspanning voor ic`s uit gedistribueerd worden.
En het kleine na hupje is vermoedelijk de reactie in de ontsteekspoel van de spanningsval van maximum naar nul, welk de oscilloscoop wel ziet.
En verder tast ik nog in het duister. Mijn kennis van elektronica kent zijn beperkingen en is van 30jr geleden.
Ik zie slechts dat, zo gauw er een neergaande spanning wordt ingezet, de zwarte draad aan de 0 wordt gelegd. Maar hoe ….. dat is een mooie puzzel om ons mee bezig te houden. Trouwens de hele schakeling, die in de bobine\cdi zit.
Wie het weet mag het zeggen.
En als laatste: Misschien is het iemand opgevallen in de tweede foto. Toen ik de puls fotografeerde liep de Tomos wat sneller. (Ik had hem, d.m.v. de stelschroef, wat harder laten lopen. Want hij dreigde soms uit te vallen.)
Om dat wat zichtbaarder te maken heb ik nog een foto zonder flits genomen.
Hij was alleen wat te ver weg, maar met enige computerhulp kon ik het essentiële deel naar voren halen.
Zie hier het beeld.
Het blijft een feit, dat in 1 krukas omwenteling 4x een magneetblok langs de ontsteekspoel langs komt. En dat zie je op het beeld.
Op het beeld kan je duidelijk zien dat de 4 pulsen een lengte heeft van 7,5 divisies.
Wel, dan kunnen we heel makkelijk uitrekenen hoe hard het motortje draaide.
t.w. 7,5 x 5 ms = 37,5 ms per omwenteling. Dat zijn per seconde 1000 ms : 37,5 ms = 26,66 toeren. En dat is per minuut: 26,66 x 60 = 1600 tpm.
Tot zover weer deze informatie en vriendelijk gegroet,